Vorige week was ik in Rotterdam. In de voormalige Van Nelle fabrieken werd een Europese conferentie over integratie gehouden met Rotterdam en zijn burgemeester Opstelten als (prominent) gastheer.
Verdonk was er ook.
Vooraanstaande Europeanen (Commissie-vice-president Frattini bij voorbeeld), waren aanwezig omdat ze dachten, dat Nederland nog vooroploopt bij integratie-initiatieven.
Het was een echt VVD-fuifje. Groenlinks wethouder voor integratie was vrijwel onzichtbaar.
Natuurlijk ging het er niet om, wat Verdonk zou zeggen. Het gebeuren verschafte haar een legitimatie, alleen al doordat ze aanwezig was en niemand (behalve in de werkgroepen, waar ze niet meer bij was) "boe" tegen haar zou kunnen roepen.
En wat zei Verdonk?
Niet: "Regels zijn regels".
Niet: "Iedereen moet op straat Nederlands spreken".
Nee, Verdonk was daar in haar weinig opgemerkte kwaliteit van integratie-minister.
Ze moest dus wel iets melden over integratie-initiatieven, lokale, waar ze zich op kon beroemen.
Met moeite kwamen er twee.
Eén daarvan was een projectje in Almere, waar immigrantenvrouwen architecten zouden hebben geholpen met huizen te ontwerpen, waar ook immigranten zich thuis kunnen voelen. Vanzelfsprekend, ging het niet over vrouwelijke architecten van Marokkaanse of Turkse afkomst (want die zijn er ook), die zich laten adviseren door Hollandse architecten.
Integratie is immers onder Verdonk een one-way issue.
En toen kwam ik op het idee: Als Verdonk nu eens immigranten had aangetrokken als adviseurs voor de bouw van de detentie-inrichtingen die functioneren in haar uitzettingsbeleid?
Bij integratie gaat het immers vooral om het goede voorbeeld?
Helaas was er geen discussie met de sprekers voorzien.
20 oktober 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties worden gemodereerd. Even geduld!