03 oktober 2010

Proces Wilders: Niet de POLITICUS staat terecht, maar de CHARLATAN

Maandag 4 oktober hervat de Amsterdamse rechtbank het proces tegen de heer Geert Wilders.
W. wordt verdacht van groepsbelediging en haatzaaien. Zie info bij VN (1/10/10). 
Eerder betoogde ik al herhaaldelijk, dat het jammer is, dat de politiek en de media zich hebben laten intimideren, of bang in hun (linkse) schuilkerken zijn gaan zitten afwachten. Zij hebben hun werk niet gedaan. Nu moet de rechter proberen om de gemaakte brokken enigszins op te ruimen.

Dat is geen gemakkelijke taak. De verwarring over wat er nu eigenlijk op het spel staat is groot, en wordt door Wilders en de hem welgezinde media nog aangewakkerd, terwijl de politiek langs omweggetjes suggereert, dat de rechter buiten zijn boekje zou gaan. (Rechters: Wilders niet in de rechtszaal? – Waar bemoeit Bruin I zich mee!).

Daarom zou er eens luid en duidelijk moeten worden betoogd:

Wilders wordt NIET vervolgd wegens zijn meningen, maar wegens zijn GEDRAG.

Je kunt niet twijfelen aan Wilders' recht, om eenzijdig geselecteerde opinies over de Islam en de moslim-wereld te citeren en op grond daarvan moslims uit te nodigen, om die godsdienst af te zweren.
Dat heet in gewone mensentaal "poging tot bedrog". Niet netjes, maar ook niet strafbaar, als daarmee aan anderen geen schade wordt toegebracht.
Maar Wilders doet wat anders. Hij is helemaal niet geïnteresseerd in open debat met moslims. dat vermijdt hij zelfs als de pest. Wilders gebruikt een eenzijdige en irrelevante voorstelling van zaken, om haat tussen groepen aan te wakkeren. Opzet is daarbij aannemelijk. Maar die opzet te bewijzen, is geen eenvoudige zaak.
De vermoedelijke ernstige narcistische neurose van de beklaagde speelt bij diens gedrag een rol, maar kan bij de schuldvraag geen rol spelen. Wellicht wel bij het bepalen van de strafmaat en de aard van de straf.

Een belangrijke aanwijzing voor het bestaan van opzet is het volgende. Verdachte en de medewerkers van diens stichting (kamerleden, raadsleden, europarlementariërs), beroepen zich bij voortduring op het bestaan van, -zogezegd door de verantwoordelijke overheden genegeerde-, spanningen tussen bevolkingsgroepen en personen met verschillende etnisch-culturele achtergrond. Waar echter aantoonbaar oplossingen hiervoor zijn gevonden en verbetering van de situatie bereikt, wordt daarover in alle toonaarden gezwegen en de verantwoordelijken daarvoor ("linkse bestuurders", Vogelaar*), "moslimknuffelaars") verdacht gemaakt.

Dat dergelijk demagogisch optreden ("Goebbelsiaans" in de woorden van raadsman Gerard Spong van de klagende partijen), aantoonbaar effect blijkt te hebben, kan mede op rekening van een gebrek aan voorlichting en de passiviteit van overheid en volksvertegenwoordiging worden geschreven. Dit element staat evenwel niet aan de rechter ter beoordeling en kan derhalve niet als verzachtende omstandigheid worden aangemerkt.

Iemand die zich zo gedraagt, wordt een OPLICHTER, een charlatan, genoemd.

Een charlatan bedient zich van een collectie gewichtig en geheimzinnig lijkende truuks, om zijn publiek te verleiden tot gedrag, giften en afhankelijkheid. Zie Wikipedia-Charlatan. Voor een keer moet in de eerder conservatieve Duitse CSU-minister Von und Zu Guttenberg gelijk geven, die Wilders een Charlatan noemde naar aanleiding van diens optreden in Berlijn op 2 oktober. Het is dit charlatanisme dat terecht staat. Niet de vrijheid van meningsuiting, noch de normen en waarden van anderhalf miljoen misleide, opgelichte, stemmers.

Terecht heeft het OM al in februari bij de aanvang van het Wilders-proces gevorderd, dat niet de Islam en ook niet de meningen van de verdachte over de Islam, maar diens misleidend gedrag aan de wet dient te worden getoetst. En de rechter is het OM daarin blijkbaar gevolgd.

Als de geboortige Venloenaar niet tegelijkertijd ook was wat hij OOK is, namelijk:
  • een succesvolle geld- en stemmenverzamelaar, 
  • een voorwerp van doodsbedreigingen, 
  • een door rechts Israel gesponsorde haatprofeet en 
  • volksvertegenwoordiger,
zou berechting en veroordeling voor juristen vanzelfsprekend- en door de meeste mensen terecht gevonden worden.
Immers,
  • "tientallen miljoenen" moslims te willen deporteren uit Europa (Wilders, Kopenhagen, juni 2009), 
  • oproepen tot een ghettobelasting op hoofddoeken, uitsluitend als die door moslimas gedragen worden (Wilders, Den Haag, september 2009), 
  • aanhangers van een wereldgodsdienst beledigen door hun geloof te reduceren tot een "politieke ideologie" en hun heilig boek te willen verbieden (maart 2008), 
  • enzovoort - 
als een gewone burger zich dat veroorlooft, wordt hij/zij door politie en justitie terechtgewezen. En er zijn er maar weinigen, die dat niet terecht zouden vinden.

(Voorbeeld: Een skinhead ergens in Brabant die na de moord op Theo van Gogh een spandoek voor het huiskamerraam van zijn moeder ophing: "Islam = Crimineel". Werd veroordeeld, moeder vrijgesproken. Kennelijk in overeenstemming met het publieke rechtsgevoel, want niemand nam er aanstoot aan. Maar als de burger G. Wilders herhaaldelijk betoogt, dat "de Islam een criminele ideologie" zou zijn, dan zou de wetshandhaving daar niets mee te maken hebben? Dat is toch de omgekeerde wereld! Juist vanwege zijn functies en status, is de haatzaaierij en groepsbelediging die uit een dergelijke kreet blijkt, in het geval van de heer Wilders eerder strafverzwarend dan -verlichtend. Wilders' demagogie niet toetsen aan de wet en die van een losgeslagen jongere in Brabant wel - dàt zou nog eens "klassejustitie" zijn! Of, om het in modernere termen te zeggen: 'De Haagse elites die elkaar de hand boven het hoofd houden. Achterkamertjespolitiek!'...)

Nemen we ook eens het geval van de Arabist Hans Jansen, een van de weinige publieke figuren in Nederland, die vrijwel onverkort het Wildersiaanse gedachtengoed voor zijn rekening neemt.
(Vele anderen, zoals Hirsi Ali, Afshin Ellian, Bart-Jan Spruyt, etq, kijken wel uit om de onzin die Wilders uitkraamt als basis voor zijn angstzaaierij en intimidatie, te onderschrijven. Ze distantiëren zich dus voorzichtig daarvan, maar spelen tegelijk de Pontius Pilatus, zeggende, dat het effect van Wilders' demagogie "de schuld is van Links". Overigens ook zonder enig bewijs.
Jansen echter, laten we het gooien op diens oude-jongens-achtige naïveteit, gaat vol voor de Wilderssprookjes en werd dan ook diens enige Nederlandse getuige-"deskundige" in het proces. Zie: Barbarist Hans Jansen viert 'D-day' in strijd tege...).
Als deze man, wiens falsificatie van Korancitaten is aangetoond door een tiental collega-geleerden, zou worden aangeklaagd en veroordeeld, zou dat veel begrip ontmoeten.
Maar daaraan wordt door justitie geen voorrang gegeven, omdat het hier kennelijk slechts om het hulpje van de charlatan gaat.

Het valt te hopen, dat de Amsterdamse rechtbank zich in het proces-Wilders zal houden aan zijn kennelijk voornemen, om zich niet te mengen in theologische of cultuurstrijd-debatten. De nuchtere feiten betreffende het haatzaaiende gedrag van de verdachte zijn hopelijk het onderwerp van de zittingen die in oktober geagendeerd zijn.

  1. *) Hier even een korte toelichting op de "Vogelaar-leugen": Dat vier jaar "Vogelaar"-beleid in gemengd samengestelde achterstandswijken heeft geleid tot grote en meetbare verbeteringen in de veiligheid en het materieel welzijn, wordt door Wilders en diens bondgenoten in het regeeraccoord niet vermeld. Toch heeft het SCP dat in december 2009 in een uitgebreid onderzoek aangetoond. Erger nog: Wilders demoniseert en beledigt minister Vogelaar en haar opvolger. Anders dan Pim Fortuyn, die in een van zijn laatste boeken een lans brak voor de emancipatoire wijkgewijze benadering, is Wilders ermee accoord gegaan, dat de belangrijkste financiering van het Vogelaar-beleid, een heffing op de inkomsten uit privatisering bij de woningbouwcorporaties, door VVD en CDA wordt afgeschaft.
     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Reacties worden gemodereerd. Even geduld!

Related Posts with Thumbnails