Inleiding
Wat is waarheid? Is waarheid van belang?
Ieder deelnemer aan het Belgische debat heeft zijn gelijk. dat krijgt hij of zij dan wel voornamelijk van zijn eigen achterban. Eens, 15 juli, in september of in 2009, moet er een Groot Compromis ontstaan. Wat voor de één waar is, is dat voor de ander niet. Het is een illusie, dat intussen belangrijke spelers elkaars waarheden aanvaard zouden hebben.
Het compromis komt er dus niet op grond van waarheden, maar op grond van machtsverhoudingen. Het belang van waarheden is dus erg relatief. Het komt op de macht aan.
Brussel straalt veel minder macht uit dan het op grond van zijn positie zou kunnen. Het is lastig, om daar op korte termijn wat aan te doen.
Een nieuwe generatie, los van de oude FDF- en Volksunie-sentimenten, zelfbewuste wereldstad-bewoners, zou moeten optreden.
Het begint, maar het is nog te bescheiden. (proBruXsel)
Dit half-persoonlijke en half-politieke stuk is eerst in het Nederlands geschreven en verschijnt morgen in (mijn) Franse vertaling.
De logica taal=territoor omgekeerd naar territoor=taal
Ooit zijn in België territoriale taalgrenzen vastgelegd, waarbij, in het algemeen gesproken, grond werd gekleurd naar taal. Behalve wat Brussel betreft, maar daar gaat het straks over.
Taal is weliswaar taai, maar beweegt toch. In de ruim vijftig jaar dat de taalgrenzen bestaan, zijn landstreken van taalkleur verschoten. De reactie is geweest, met name aan Vlaamse kant, dan maar taal te gaan kleuren naar territoor.
De circulaire-Peeters, die anderstaligen in de faciliteitengemeenten dwingt om telkenjare hun verzoek te herhalen om overheidsstukken te verkrijgen in een andere taal dan het Nederlands, was voor mij, Nederlandstalige Brusselaar, de druppel die de emmer deed overlopen. Ik was zo kwaad en beschaamd, dat ik me in 2002 bij de vijfjaarlijkse vernieuwing van mijn Belgische verblijfsvergunning als EU-burger, als Franstalige heb laten inschrijven op het stadhuis van Sint-Gillis, waar ik sinds 1990 woon.
Hoe ik me als Franstalige Nederlander heb aangemeld...
Ik geef toe: Het was geen heldendaad en mijn wisseling van taalstatuut zou gemakkelijk kunnen worden geïnterpreteerd als een typisch Hollandse hooghartigheid ten opzichte van mijn Vlaamse broeders, die het eeuwenlang niet gemakkelijk hebben gehad met die arrogante Franstaligen.
Ik moet zelfs bekennen, dat opportunisme niet geheel vreemd is geweest aan mijn eenmansactie. Er waren op dat moment geen Nederlandstalige kaarten beschikbaar op de Burgerlijke Stand van Sint-Gillis en mij werd vriendelijk verzocht om over drie dagen terug te komen. Iets waarin ik, gezien de lange wachttijden die toenmaals moesten worden doorgebracht tussen gesluierde Poolse en Marokkaanse nonnen en niet-nonnen, helemaal geen zin had. (Intussen is de service op het stadhuis heel erg verbeterd, dat moet ook gezegd worden! Dank aan Carlo Luyckx, mijn favoriete locale politicus!) Zo ziet u maar weer, dat heldhaftigheid en symbolische daden maar al te vaak mede ontspringen aan een stukje platvloerse calculatie.
Waarom zo bang zijn voor de toekomst van de Nederlands-Vlaamse cultuur?
Ik heb dan ook totaal geen afstand gedaan van mijn Nederlandse en Nederlandstalige wortels. Mijn taal is gebeeldhouwd door de geniale Statenbijbel-vertaling uit het begin van de zeventiende eeuw, en door het Tacitus-gelijke proza van Pieter Corneliszoon Hooft uit dezelfde periode. De ex-Antwerpenaar Vondel, ook al in die tijd, verkende de uiterste grenzen van zeggingskracht van het Vlaams-Nederlands dat hij in Amsterdam hanteerde.
Mijn taal is verlicht en versoepeld door de even geniale Multatuli in de negentiende eeuw, die het vrijdenken, het vrij denken, schijnbaar moeiteloos in het Nederlands onder woorden bracht. En natuurlijk ook door Claus, bij voorbeeld, Hugo Claus, wiens Oostakkerse Gedichten we elkaar voorlazen in onze huwelijksnacht in 1960. Mijn taal is gehouwen in steen, mijn taal kan alles uitdrukken wat ik wil zeggen. En als ik het niet weet, dan doe ik net als al mijn voorvaderen, en ik ga kijken wat ik kan vinden in het Frans, het Engels, het Duits of het Bahasa Indonesia. Het is een levende taal en hij zal nog lang bestaan, want hij heeft een vermogen tot integratie dat onbegrensd lijkt.
Waarom zou ik bang zijn, om tussen en met anderstaligen te leven? Wat doen ze af aan de culturele schat die ik mag delen? Niets. Integendeel: Zij hebben mij veel te vertellen en ik aan hen. Niet als abstracte "ontmoeting" in interculturele "diversiteits"-evenementen, maar over de zaken van het dagelijkse leven en over de grondgedachten, de filosofie van het mensenbestaan.
Opkomst van de politieke angst-manipulatoren die de twintigste eeuw zo verziekt hebben
Daarom haat en verwens ik elke politieke manipulator die inspeelt op onze angsten en onzekerheden. Het zijn dieven. Ze stelen onze vrijheid. Ik maak zelf wel uit, welke taal ik met mijn burgemeester spreek. Zorg er liever voor, dat we elkaar kunnen verstaan, in welke taal dan ook, door het vliegtuiglawaai van Zaventem in goede banen te leiden!
We winden ons op over de Esten en de Letten, die inwoners van hun land, sinds generaties, die Russisch spreken, burgerrechten ontzeggen. We willen de Turken dwingen om de Koerden culturele vrijheid toe te staan. En terecht. Maar hoe kan de Europese Unie Turkije dwingen om dat te doen, als rond de eigen hoofdstad van de EU, provinciale politici afdwingen, dat de taal van 75% van de boeken in de openbare bibliotheken, een andere taal moet zijn dan die van de meerderheid van de inwoners van de gemeente?
Ik heb natuurlijk makkelijk praten. In mijn vaderland Nederland is het Nederlands niet in gevaar, behalve in de ogen van sommige randfiguren als Wilders en Verdonk. Maar is het Nederlands dan in gevaar in België? Is het een ramp, als in een klein aantal verstedelijkte Vlaamse dorpen rond Brussel, een meerderheid geen Nederlands meer als moedertaal heeft? Is de perfecte tweetaligheid van de overheden in het Brusselse gewest, zoals ik die van nabij sinds 18 jaar ken, geen voldoende garantie voor het welzijn en het voortbestaan van Nederlandstalige en Vlaamse culturen in die streken?
De eigen cultuur en beschaving van België is onafhankelijk van taal
Trouwens, wat is nu eigenlijk Vlaamse cultuur? In mijn ervaring lijkt die cultuur als twee druppels water op de cultuur van de Franstalige Belgen en op die van de meertalige Brusselaars. En veel minder op respectievelijk Holland of Frankrijk. Dan bedoel ik niet de taal, maar dan heb ik het over de manier waarop mensen samenleven, hun perceptie van leven en dood, de manier waarop ze zich samen redden ten opzichte van overheden en andere rampen.
Toen, twee maanden oud, mijn Brusselse zoon overleed aan wiegendood in 1991, heb ik dat verschil en die overeenkomst goed kunnen zien. Nederlandse kennissen en relaties reageerden onbeholpen en met gêne op de ontroostbare ouders. Fransen bleven formeel. Alleen de Belgen, Vlamingen, Brusselaars en Walen zonder onderscheid, wisten het vaakst de juiste woorden te vinden en de gebeurtenis te plaatsen in de context van familie, onderlinge steun en menselijkheid. Zonder taalkundig onderscheid. In mijn ogen is dàt cultuur, is dàt beschaving en is dàt de rijkdom van de Belgische gemeenschappelijke geschiedenis van "zelfredzaamheid/débrouillardise", toegepast op de zaken van alledag.
Met behulp van alle Belgen, van alle soorten en talen, zijn mijn vrouw en ik er overheen gekomen. Dat is gebeurd, omdat Belgen allemaal samen iets bijzonders, iets humaans hebben, wat bij andere naties die ik ken minder ontwikkeld is. Ik geloof, dat het vooral datgene is geweest, wat ik als verraad voelde aan die open, menselijke, houding, waardoor ik me tot Franstalige St-Gillois heb laten verklaren in 2002, in plaats van tot onderdaan van Peeters, die ik ook nooit gemachtigd heb om mijn belangen te behartigen.
Nederland, Vlaanderen, Amsterdam, Brussel
Mijn cultuur is Nederlands en ik sta open voor alle culturen die ik tegenkom. Dat is niet alleen Nederlands, dat is vooral Amsterdams. Wat Nederland betreft, heeft de laatste jaren helaas een verkramptheid toegeslagen, die de heer Wilders onlangs al even inspireerde tot een voorstel om Vlaamse en Nederlandse bekrompenheden te verenigen tot een soort reservaat van angstbezeten anti-Islamisten. Mijn Eerste Minister, Balkenende, geen vriend, antwoordde kort en duidelijk. Hij zei: "De Belgen moeten het zelf oplossen". De Belgen. Niet: De Vlamingen. Zelfs de Zeeuws-Vlaamse Balkenende doet niet mee aan de separatistische spelletjes van zijn zuiderburen.
Mijn vaderstad Amsterdam gaat nog verder. Midden in het geraas en getier van de xenofobe columnisten van boven de Moerdijk, houdt de stad, geleid door de van rechts veel bespotte burgemeester Cohen, vast aan een beleid, om "de boel bij elkaar te houden". Die openheid, die tolerantie, die vrijheid van denken, die in februari 1941 de enige bekende massastaking tegen het wegvoeren van joden door de Nazis (en hun Hollandse helpers) voortbracht, is voor mij de essentie van de Nederlandstalige cultuur.
En die essentie laat ik me niet afnemen door opportunisten van het CD&V-NVA slag. Er is een andere, grotere, Nederlandstalige cultuur, die in België werd gedragen door mensen als Hugo Claus ("Redt de solidariteit", bij voorbeeld). Een cultuur, die wordt gekenmerkt door wijsheid, bedachtzaamheid, originaliteit en openheid. Een cultuur om mee te leven.
Brussel is Brussel, steeds meer Brussel, de provincie voorbij!
En nu terug naar ons gewest Brussel. Al spreekt 80% van de bevolking voornamelijk Frans, twee- of meer-taligheid is vrijwel regel. Brussel kon niet worden ingedeeld volgens de taal-territoor-logica. Franstalige extremisten die, vooral in de aanvang, het FDF domineerden, voerden actie, om Brussel in te delen bij het Franstalige gewest. Het is al lange tijd duidelijk, dat dit nooit zal lukken. Brusselaars identificeren zich in grote meerderheid, als het erop aankomt, niet met Wallonië maar met de Belgische monarchie. Getuigen: De zee van zwart-geel-rode vlaggen tijdens de crisis van 2007. En ook: De emotie bij de dood van koning Boudewijn.
Al zou je het in het licht van mijn ervaring met de beschikbaarheid van Nederlandse EU-identiteitskaarten in St-Gillis niet direct zeggen, en al kun je vermoeden, dat het bedienen van Nederlandstalige bewoners van de gemeente St-Gillis Obbrussel op dat moment wellicht niet een grote prioriteit had ten stadhuize, toch is de dagelijkse praktijk van strikte tweetaligheid bij Brusselse instellingen, voorzover mijn ervaring reikt, bijna perfect te noemen. Ik word zelfs ontroerd (ja ècht!), als ik Franstalig opgevoede autoriteiten zie zweten op het uitspreken van enkele grammaticaal min of meer correcte Nederlandse zinnen. Goed zo! Ga door! Geneer je niet! Waar in de wereld (behalve misschien op sommige plekken in Zuid-Afrika), zijn Nederlandstaligen zo geëerd?
Brussel kan niet meegaan met de taal-gebied logica van Walen en Vlamingen
Als Vlamingen (en ook Walen) weigeren, om dat Brusselse model over te nemen en te zeggen: "Er zijn ook Franstalige Vlamingen", respectievelijk, "Er zijn ook Nederlandstalige Walen", dus: "Onze gemeenschappen hebben twee (of meer) talen"; als ze dat blijven weigeren, en vasthouden aan de verbinding "taal-territoor", als ze op grond daarvan "corridors" verlangen en via overheidsmaatregelen de taal naar het territoor willen dwingen, dan is er maar één oplossing: Uitbreiding van het Brusselse gebied van goed geregelde twee- (of: meer-) taligheid. Want dat is beschaafd, dat is Belgisch, dat is toekomst, dat is Europa, dat is de eenentwintigste eeuw.
(Een droom:)
Beter nog zou het zijn, om de Belgische regionalisering geheel los te koppelen van de talen. Creëer economische en/of cultureel en/of geografisch bepaalde regios. Limburg samen met de Euregio Luik-Aken-Maastricht. Brussel met zijn uitgebreid hinterland in Vlaanderen, maar ook in Wallonië. De gemeenschap Rijsel-Tournai-West-Vlaanderen. Luxemburg-provincie met Luxemburg-Groot Hertogdom en de aangrenzende Franse en Duitse regios.
Roeien met de riemen die je hebt
Maar O.K., het is daarvoor voorlopig te laat. Laat Vlaanderen zijn "goed bestuur" en Wallonië haar Marshall-Plan. Het echte, meest urgente, probleem is Brussel. Brussel kan niet anders dan actief de conservatieve logica "taal-territoor" en "territoor-taal" doorbreken. Brussel zal dat zelf moeten doen. Door zijn voorbeeld en door de actie van zijn bewoners. Al zijn bewoners, van welke taal dan ook.
Onvermijdelijk daarbij is, dat een vergroot gewestgebied samenvalt met een eigen "persoonsgebonden" Gemeenschap die meertalig is. En voor minderheden alle garanties biedt die nu al in de Brusselse wet- en regelgeving bestaan en die op het Europees vlak behoren tot de te garanderen rechten van minderheden. Het Brusselse Gewest zou kunnen beginnen met zelfstandig de Europese regelgeving inzake rechten van minderheden te onderschrijven, zelfs al blokkeert een Vlaamse meerderheid dat op federaal vlak.
Alle begrip voor de Parti Socialiste, maar Brussel is geen vogelverschrikker om in te zetten bij de staatshervormingsonderhandelingen!
En wat de PS betreft: De PS is niet separatistisch. Maar hij zoekt een sterkere uitgangspositie voor de onderhandelingen met de Vlamingen. Brussel is daarbij een belangrijke inzet. De MR heeft de resten van het FDF ingelijfd. De MR is daardoor evenzeer gegijzeld als de CD&V dat is door het NVA. Een "federatie WalloBrussel" is naar mijn mening niet een serieus project. Op belangrijke gebieden als onderwijs bestaat al een dagelijkse samenwerking met de Franstalige gemeenschap. Dat is genoeg. De voorgestelde "federatie" voegt niets toe. Ze is er alleen, om de Vlamingen tot rede te brengen. Ook ik kijk met wantrouwen naar de exercities met "toegevoegde" ministers en het ontbreken van ook maar één woord over de Nederlandstalige Brusselaars in de verklaring Piqué-Demotte. Als de PS schrijft in haar "pedagogische verklaring" van 9 mei 2008, dat aan de 100.000 Nederlandstalige inwoners van een Franstalige federatie Brussel-Wallonië "minderheidsrechten" zouden worden toegekend, dan zie ik dat als een ernstige aantasting van het tweetalige statuut van mijn gewest.
Ik wens mijn vrienden uit Luik, Namen, Charleroi, Bergen en Doornik alle ruimte om hun problemen op te lossen en ik verzet me tegen de soms bijna kolonialistische houding van mijn Vlaamse vrienden.
Maar ik zou het niet toelaten, dat Brussel eens te meer wordt gebruikt als joker in het pokerspel tussen de regionale Belgische politici.
Brussel is niet Vlaams, niet Walloens, niet Europees: het is Brussel, alles tegelijk en nog meer. Een meertalig, zelfbewust en open gewest dat alle ruimte verdient.
Technorati Tags: Belgium, Brussels, Flanders, Wallonia, Regionalism, Language, Governance