Rotterdam, december 2006. Een nieuw College van B&W is sinds 8 maanden in functie, met de PvdA als grootste partij en zonder de LPF van Marco Pastors.Een kleine matigende invloed op de eenzijdige "Rotterdam-Code" en ook op de uitwerking van het achterstands-wijk verbod aan (voornamelijk) immigranten (het werd tijdelijk, voor 1 jaar) was al wel waar te nemen, maar spectaculair was het allemaal niet.
(Ik schreef in het e-urban Journal eerder over Rotterdam: Rotterdam closes its social housing to poor immigrant families [EN] (4/2/06) en: Rotterdam mag tijdelijk discrimineren in 4 wijken [NL] (15.6.06) )
Mijn indruk van "pas-op-de-plaats" werd nog versterkt tijdens de 1-daagse conferentie van 9 oktober 2006 in het Van Nelle Complex. De nieuwe linkse wethouder van Participatie, Orhan Kaya, van Turkse (Turks-Koerdische) afkomst, was misschien wel aanwezig, maar je hoorde of zag hem niet.
De bijeenkomst werd gedomineerd door de "oude" Rotterdamse configuratie: Op de eerste rij burgemeester Opstelten (VVD), die steeds meer op collega Dickerdack van Rommeldam gaat lijken, geflankeerd door (toen nog) minister van integratie en vreemdelingenbeleid, Rita Verdonk (ook VVD). Ter andere zijde bevond zich Eurocommissaris Franco Frattini (ook geen wonder van progressiviteit), maar die blijk gaf van een heel wat verlichter denkwijze dan van de beide eerder genoemden bekend is.
Frattini prees een Rotterdams initiatief om Europese steden te netwerken op het onderwerp "immigratie". Voor het gemak, uit naïveteit, of, wat ik hoop, uit superieure slimmigheid, interpreteerde hij dit steden-initiatief als een ondersteuning van zijn streven naar een rechtvaardige immigratiepolitiek en stelde voorzichtig een kader voor, waarbinnen het stedennetwerk, over de hoofden van terughoudender regeringen heen, zijn integratiepolitiek zouden kunnen steunen. Het blijft overigens de vraag, waarom Rotterdam niet gewoon meedoet met het bestaande Europese stedennetwerk over integratie, dat door de stad Stuttgart geleid wordt.
Op de conferentie hield ook Tariq Ramadan een bezielde inleiding, die op gelukkige wijze contrasteerde met wat minister Verdonk te berde bracht. Ramadan's boodschap aan de moslims in Europa is, dat ze zonder hun geloof los te laten, zich behoren aan te passen, zelfbewuster te zijn en een nieuwe geloofsbeleving introduceren, die harmoniseert met de Europese verworvenheden. Zijn boodschap aan de autochtonen is, dat ze hun vooroordelen zouden moeten laten vallen en (jonge) moslims accepteren zoals ze zijn. dat alles binnen het kader van de wet en van de Europese beschavings-verworvenheden.
Dat alles gaat natuurlijk velen boven de pet. Het is een intellectueel standpunt, dat botst met bij voorbeeld de uitwerking die Abu Jahjah uit Antwerpen eraan geeft. Maar Ramadan's intellectuele integriteit is zowel een nadeel als een winstpunt. Het nadeel is de grote abstractie. Het voordeel is het rolmodel dat hij belichaamt voor de beter opgeleide immigranten, die zo vaak de neiging hebben om onder te duiken in aanpassing en zich van het lot van hun minder opgeleide, dus maatschappelijk meestal minder geslaagde-, broeders en zusters, weinig aantrekken. In zekere zin is hetzelfde effect te verwachten op de "intellectuele" stokebranden in het columnistencircuit.
Het is dan ook een opmerkelijke stap vooruit te achten, dat de gemeente Rotterdam deze zelfde Tariq Ramadan nu heeft ingehuurd als bemiddelaar tussen de Rotterdammers, een rol die hij ook in Londen vervult. Ziehier de betreffende delen uit het NRC-bericht van 16 december 2006:
Overheid moet migranten vertrouwen
Controversiële intellectueel Tariq Ramadan gaat Rotterdamse integratiedebat leiden
Wetenschapper op de campus, bruggenbouwer in de stad. Islamoloog Tariq Ramadan gaat Rotterdam laten nadenken over identiteit en burgerschap.
Zelf spreekt hij consequent van een project, een project dat een voorbeeld kan zijn voor andere steden in Europa. Filosoof en islamoloog Tariq Ramadan gaat, op verzoek van de gemeente, in Rotterdam het publieke debat aanjagen over integratie. Tegelijk bezet hij als eerste hoogleraar de nieuwe wisselleerstoel Identiteit en Burgerschap aan de Erasmus Universiteit. De internationaal befaamde Ramadan werd gisteren in het stadhuis gepresenteerd door trotse vertegenwoordigers van gemeente en universiteit. De keuze voor Tariq Ramadan (Genève, 1962) is gewaagd. De van origine Egyptische denker bepleit actief burgerschap van moslims in Europa. Ze moeten zich, met behoud van hun identiteit, aanpassen aan de wetten van het land waar ze wonen. In Engeland, waar hij woont en doceert aan de universiteit van Oxford, is Ramadan adviseur van de regering. In Frankrijk en de Verenigde Staten is hij echter omstreden omdat hij de islamisering van Europa zou prediken. Een Amerikaans hoogleraarschap ging in 2004 niet door omdat de VS geen visum wilden verstrekken.[...]
U kunt het integratiedebat in Europese landen vergelijken. Wat kenmerkt het Nederlandse debat?Het debat is hier begonnen in een gespannen situatie, na de moord op Theo van Gogh. Er was sprake van een identiteitscrisis, vergelijkbaar met die in Engeland na de aanslagen in Londen. Het tolerante integratiebeleid kwam ter discussie te staan. Ik vind dat daarbij teveel wordt gekeken naar religieuze en culturele factoren en te weinig naar sociaal-economische factoren als werk en huisvesting. Veel zaken worden op één hoop gegooid. Ik hoop die verwarring tegen te gaan door dingen uit elkaar te trekken, te deconstrueren.
U kent de situatie in Rotterdam, u was vorig jaar bij het zogenoemde islamdebat. Wat heeft de vorige collegeperiode opgeleverd, met streng beleid ten aanzien van migranten?
Het heeft geleid tot een wederzijds gebrek aan vertrouwen tussen burgers en overheid. De lokale overheid wilde dingen veranderen, maar migranten zagen beleid dat tegen hen was gericht. De perceptie van burgers is heel belangrijk: hoe ervaren ze dingen? Daar gaat het ook mis bij de Franse jongeren: ze voelen zich niet serieus genomen als burgers.Aan dat gebrek aan vertrouwen gaat bij veel allochtone Rotterdammers een gebrek aan participatie vooraf. Ze nemen niet deel aan de Nederlandse samenleving.
Dat is een vicieuze cirkel. Omdat ze niet deelnemen is er geen vertrouwen en omdat er geen vertrouwen is nemen ze niet deel. Er is sprake van zelf-segregatie die doorbroken moet worden.
Wethouder Orhan Kaya, degene die u heeft aangesteld, ligt onder vuur omdat hij zijn portefeuille participatie nog niet waarmaakt. Krijgt u wel genoeg steun van de gemeente?
Dit college heeft de politieke wil om dingen te veranderen, anders was ik hier niet. Rotterdam verwacht van mij geen oplossingen, wel dat ik mensen uitdaag om over belangrijke zaken na te denken.
De aanstelling van Ramadan in Rotterdam kan een verdere doorbraak betekenen in de uitzichtloze confrontatiepolitiek die de stad onder het vorige college begonnen is. Zoals Ramadan ook zegt, de eigenlijke problemen liggen op het sociaal-economische vlak.
Tot begrip van de Rotterdamse lijn moet dan ook dienen, dat de stad een economisch rampgebied is (in vele sectoren, met name die waar oude werkgelegenheid in industrie en haven verloren gaat). De ruimte, om tot minder gespannen verhoudingen te komen, is er dan ook klien, kleiner dan in Amsterdam of in Den Haag.
Betere voorlichting aan het Rotterdamse autochtone publiek en het opzetten van gezamenlijke (buurt-) verbeteringsactiviteiten moeten dan ook vooropstaan. Eén en ander kan alleen maar slagen, als ook economisch en sociaal meer ademruimte wordt gemaakt.