Zelden een non-fictie boek gelezen, waarin het woord "ik" zo vaak voorkomt.
"Ik en Geert, Geert en ik" - Het komt je al gauw de strot uit.
Martin Bosma: De schijn-élite van de valse munters. Bert Bakker, 2010. derde druk, september 2010.
Ze deden het allemaal prima, Geert en hij, hij en Geert.
Geniaal! Geen partij-organisatie, maar een website. Een "virtuele partij". Een partij als ijle mythe, rondzwevend in de krochten van het internet. Vederlicht. Onaantastbaar. Ongrijpbaar.
En Martin is slim, zooo slim! Martin is onmisbaar. Hij kan niet even met vakantie gaan, of stagiaires doen domme dingen. Zoals ex-CD-personen op de provinciale lijsten laten tekenen. Zou Martin nooit doen. Weliswaar moesten al een paar dagen na het indienen van de PVV-lijst voor de verkiezingen van 2010 drie personen geschrapt worden wegens allerlei krapuliteiten. Maar daar heeft Martin het nergens over.
Waar Martin Bosma het ook nergens over heeft, is zijn strijd op leven-en-dood met Bart-Jan Spruyt. (Spruit voor de burgerlijke stand. Fortuin had immers ook een y voor een i ingevuld?) We worden door Bosma tot vervelens toe ingewijd in allerlei details, zoals de ligging van fractiekamers, de grappen van de Wilders-bewakers en de omhelzingen van Marco Pastors.
Maar Spruyt (Spruit) van de (neo-) conservatieve Leidse Burke Stichting komt in het verhaal nauwelijks voor. Toch was het deze Bart-Jan, die in 2005 Wilders als eerste meesleepte op een tocht naar de USA, die voor de PVV een eerste ontwerp-program schreef, die kandidaat-kamerleden toeleverde en een hele belangrijke delegatie van het American Enterprise Institute naar Nederland haalde. Allemaal voor Geert. "Ik", Martin B., stond daar maar voor spek en bonen bij. Moest potloden, vulpennen en warme broodjes voor Geert halen. We spreken over de tijd voor de verkiezingen van 2006.
Gelukkig (voor Martin) bleek, een paar maanden voor de verkiezingen van 2006, dat Geert het niet zag zitten met de neocons. Spruyt werd vriendelijk bedankt en kon zijn wonden gaan likken in Leiden. En de brokken die hij met zijn-Geert-connectie had gemaakt bij de (neo-) conservatieven en het aanbevelingscomité van de Burke-Stichting proberen te lijmen.
Wilders gaf de voorkeur aan zijn ultra-rechtse- en ultra-nationalistische kennissenkring in Israël en de US. "Vol op het orgel" tegen de Islam!
Neoconservatieven vinden (zoals Pipes) de Islam op zich niet erg. Zolang het volk maar in een mythe gelooft is het hun best. Ajaan Hirsi Ali, die al een paar jaar bij het AEI werkt is dat dit voorjaar nog eens komen uitleggen.
Bosma, die sinds begin-2005 Wilders' assistent was, moet opgelucht hebben ademgehaald. Misschien heeft hij ook wel een beetje geholpen, om die ongelovige gelovigen bij Wilders zwart te maken. De neocons, het zijn tenslotte van oorsprong ... Trotskisten!
Daarom werd de PVV-lijst gevuld met nitwits, ex-criminelen, kruidenvrouwtjes en verdwaalde politie-agenten. Bosma's, en niet Spruyt's, voorkeurslijst.
Wie zich ertoe kan zetten, om het "ik"-verhaal van Bosma te lezen, moet in gedachten die hele episode erbij nemen.
En Bart-Jan Spruyt? We komen hem in 2010 weer tegen op Urk, in Spakenburg. Probeert onafhankelijke lokale PVV clubjes te organiseren met wildgeworden jonge gereformeerden.
De Nederlandse neo-conservatieven zijn namelijk eigenlijk gewoon conservatief en stijl-christelijk. Dat is niet, wat de Amerikaanse neocons voor ogen staat. Die willen orthodoxe christenen gebruiken voor een pro-Israël program (Ajaan: "Je moet Wilders gebruiken") en voor een elitaire politieke constructie à la Strauss.
Daarbij wordt, met een beroep op Plato, het "sociale" aan kerken en charitas overgelaten, terwijl het "politieke" (defensie, politie, buitenland) exclusief een zaak van de "élite" zou moeten zijn.
Over de elites en de theorieën van De Kadt, De Man en anderen, waar Bosma zich op beroept, een volgende keer...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties worden gemodereerd. Even geduld!